zelfst.naamw.
je been breken - romperse la pierna met de benen over elkaar - con las piernas cruzadas |
iets aan je been hebben (=met iets vervelends te maken krijgen) - tener un asuntillo
|
op je achterste benen staan (=boos op iets reageren) - estar hecho una fiera
|
met je verkeerde been uit bed stappen (=een slecht (ochtend)humeur hebben) - levantarse con el pie izquierdo
|
je beste beentje voorzetten (=je best doen) - poner lo mejor de tu parte
|
op eigen benen staan (=zelfstandig zijn) - independizarse
|
nog goed ter been zijn (=nog goed kunnen lopen) - aún tener buenas piernas
|
slecht ter been zijn (=slecht kunnen lopen) - tener dificultades para andar
|
met één been in het graf staan (=bijna dood zijn) - estar con un pie en la tumba
|
veel publiek op de been brengen (=veel mensen trekken die komen kijken, luisteren enz.) - movilizar a mucha gente
|
iemand op de been helpen (=iemand zó helpen dat hij weer alleen verder kan) - ayudar a alguien a ponerse en pie
|
zich op de been houden (=zorgen dat je niet ziek wordt) - mantenerse en pie
|
op één been kun je niet lopen (=je hebt van veel dingen er twee nodig) - con una rueda no anda una carreta
|
op je laatste benen staan (=uitgeput zijn) - ya no poder tenerse de pie
|
de benen nemen (=vluchten) - salir por pies
|
je been stijf houden (=koppig zijn) - no ceder un ápice
|
iemand op het verkeerde been zetten (=iemand misleiden) - hacerle un quiebro a alguien
|
weer op de been zijn (=weer zijn hersteld na een ziekte) - estar de pie nuevamente
|
iemand tegen het zere been schoppen (=iemand kwetsen) - ofender a alguien
|
met beide benen op de grond staan (=realistisch zijn) - tener los pies bien firmes sobre la tierra
|
even de benen strekken (=een wandelingetje maken) - estirarse las piernas
|
geen been hebben om op te staan (=geen argumenten hebben) - no tener argumentos
|
je benen uit je lijf lopen (=heel hard lopen of werken) - correr como un condenado
|
al veel kilometers in de benen hebben (=al veel gelopen hebben) - ya haber corrido muchos kilómetros
|
iemand beentje lichten (=iemand laten struikelen) - ponerle una zancadilla a alguien
|