Vertalingen bijl NL>ES
bijl
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [bɛil] |
| Verbuigingen: | bijlen (meerv.) |
voorwerp om hout in stukken te slaan -
hacha (la ~) | hij hakt de boom om met een bijl - él tala el árbol con una hacha |
het bijltje erbij neerleggen (=ermee ophouden/stoppen) - tirar la toalla
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de bijl | la hacha (v) |
| bijl | hacha ; hacha de una boca |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bijl`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: hakbijl