Vertalingen afspraak NL>ES
afspraak
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈɑfsprak] |
Verbuigingen: | afspraakspraken (meerv.) |
gesproken of schriftelijke overeenkomst -
convenio (el ~), cita (la ~) een afspraak maken met een adviseur - hacer una cita con un asesor een afspraak afzeggen - cancelar una cita tegen de afspraak in toch diep in de nacht vliegtuigen laten landen en opstijgen - dejar aterrizar y despegar aviones hasta altas horas de la noche contrario a lo convenido |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afspraak | el acuerdo (m) ; la cita (v) ; convención ; el convenio (m) |
Bronnen: Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afspraak`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afgesproken ontmoetingNL: afspraakjeNL: akkoordNL: liaisonNL: overeenkomstNL: regelingNL: rendez vousNL: schikkingNL: toewijzingNL: verbintenis