warenhuis - Vertaling Nederlands-Engels

Vertalingen warenhuis NL>EN

het warenhuis

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['warə(n)hœys]
Verbuigingen:	-huizen (meerv.)

grote winkel of verzameling winkels in één gebouw waar je van alles kunt kopen ^commercie - department store, general store

Toen ik het warenhuis verliet, ging het alarm af. - The alarm went off when I left the warehouse.
warenhuisketen - warehouse chain

Overige bronnen

het warenhuis	the department store ; the depot ; the emporium ; the shed ; the store ; the storehouse ; the warehouse
warenhuis	bazaar ; chain store ; department store ; department store (up-market) ; discount store ; stores ; up-market

Bronnen: Vlietstra; interglot; Wikipedia; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Bouwtermen

Voorbeeldzinnen met `warenhuis`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: bergplaats
NL: depot
NL: grootwinkelbedrijf
NL: handelscentrum
NL: markt
NL: opslagplaats
NL: opslagruimte
NL: pakhuis
NL: voorraadschuur

Alternatieve spelling of gebruik

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels:
UK-spelling: up-market
US-spelling: upmarket