Vertalingen vooruitlopen NL>EN
vooruitlopen (ww.) | to go in front ; to walk in front |
vooruitlopen | anticipate ; think ahead |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `vooruitlopen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: anticiperenNL: prejudiciërenNL: preluderenNL: vooraanlopenNL: voorlopenNL: vooroplopenUitdrukkingen en gezegdes
NL: vooruitlopen op
EN: anticipate