Vertalingen voorspellen NL>EN
voorspellen
werkw.
Uitspraak: | [vor'spɛlə(n)] |
Verbuigingen: | voorspelde (verl.tijd ) heeft voorspeld (volt.deelw.) |
van tevoren zeggen wat er gaat gebeuren, omdat je paranormaal begaafd bent of omdat je dat waarschijnlijk lijkt -
forecast, predict, prophesy iemand de toekomst voorspellen - forecast the future (for someone) Ik voorspel je dat hij het daar geen week uithoudt. - I tell you he is not going to last a week there. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
voorspellen (ww.) | to forecast ; to foretell ; to predict ; to soothsay |
voorspellen | predict ; prophesy |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `voorspellen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: belovenNL: profeterenNL: verwachtenNL: wichelenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: prophecy US-spelling: prophesy |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: dit voorspelt weinig goeds
EN: this spells (bodes, portends) litlle good