Vertalingen voorhebben NL>EN
voorhebben (ww.) | to intend |
voorhebben | carry ; mean ; wear |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `voorhebben`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: menenNL: van plan zijnUitdrukkingen en gezegdes
NL: (figuurlijk) wie denk je dat je voor hebt?
EN: who(m) do you think you are talking to?NL: wat heeft hij voor?
EN: what is he up to?NL: hij heeft niets kwaads voor
EN: he means no harmNL: ik heb 't goed met je voor
EN: I mean well by youNL: dat heeft hij op je voor
EN: there he has the advantage of youNL: zij heeft alles voor
EN: she has everything on her side, (spreektaal) she has got what it takes