Vertalingen uitplunderen NL>EN
uitplunderen (ww.) | to clean out ; to fleece ; to loot ; to pillage ; to plunder ; to raid ; to strip ; to take someone to cleaner's |
uitplunderen | rob |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `uitplunderen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: leegplunderenNL: plunderenNL: rovenNL: uitschudden