Vertalingen twisten NL>EN
twisten
werkw.
Uitspraak: | [ˈtwɪstə(n)] |
Verbuigingen: | twistte (verl.tijd ) heeft getwist (volt.deelw.) |
ruzie maken -
disagree, dispute, argue twisten over de grenslijn - have a dispute over the border |
over smaak valt niet te twisten (=<dit zeg je als je aanvaardt dat iemand niet dezelfde dingen mooi vindt als jij>) - one shouldn't argue about tastes
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
twisten (ww.) | to altercate ; to argue ; to bending repeatedly ; to bicker ; to debate ; to dispute ; to make trouble ; to quarrel ; to twist ; to wrangle |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `twisten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: argumenterenNL: bakkeleienNL: bekvechtenNL: disputerenNL: hakketakkenNL: herhaald krommenNL: kiftenNL: kijvenNL: krakelenNL: kronkelenUitdrukkingen en gezegdes
NL: daar kan men over
twisten
EN: that is a matter for argument