Vertalingen tien NL>EN
tien
telwoord
het getal 10 -
ten met z'n tienen zijn (=met tien personen zijn) - a company of ten people
|
een tien halen voor... (=het hoogst haalbare schoolcijfer krijgen voor...) - get an A
|
Een tien met een griffel! (=zeer goed!) - An 'A' with a big plus!
|
praatjes voor tien hebben (=veel praatjes hebben) - enough talk to last a lifetime
|
tien tegen één (=bijna zeker) - ten to one
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot
Voorbeeldzinnen met `tien`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (beoordeling) een
tien !
EN: full marks!NL: het is
tien tegen één
EN: it is ten to one