Vertalingen telen NL>EN
telen
werkw.
Uitspraak: | [ˈtelə(n)] |
Verbuigingen: | teelde (verl.tijd ) heeft geteeld (volt.deelw.) |
planten laten groeien om er iets mee te doen -
cultivate, grow in je eigen tuin tomaten telen - to grow tomatoes in one's own garden |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
telen (ww.) | to breed ; to clone ; to cultivate |
het telen | the breeding farm ; the cattle breeding station ; the cultivating ; the raising ; the stock farm |
telen | grow ; keep ; raise ; rear ; to cultivate |
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `telen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanfokNL: aankwekenNL: aanplantenNL: fokNL: fokkenNL: fokkerijNL: genererenNL: kwekenNL: opkwekenNL: planten