Vertalingen stuntelen NL>EN
stuntelen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈstʏntələ(n)] |
| Verbuigingen: | stuntelde (verl.tijd ) heeft gestunteld (volt.deelw.) |
(iets) onhandig doen -
bungle, fumble, botch | Ik zit te stuntelen met de opmaak van de tekst. - I am fiddling with the text format. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `stuntelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: hannesenNL: haspelenNL: klungelenNL: klunzenNL: knoeienNL: prutsenNL: schutteren