Vertalingen stommeling NL>EN
de stommeling
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈstɔməlɪŋ] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
stom (1) persoon -
dumb(o), idiot, moron Hij is een grote stommeling dat hij die leuke vrouw heeft laten gaan. - He is such a dumb ass that he let this nice woman go. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de stommeling (m) | the duffer ; the fathead ; the idiot ; the simpleton |
stommeling | fool ; nincompoop |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `stommeling`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: domkopNL: dommerikNL: domoorNL: idiootNL: minkukNL: minkukelNL: oenNL: onnozelaarNL: rundNL: sufferd