Vertalingen pocher NL>EN
de pocher (m) | the boaster ; the braggart ; the show-off ; the swaggerer ; the swank-pot ; the swanker |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `pocher`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blaaskaakNL: blufferNL: dikdoenerNL: opschepperNL: opscheppersNL: patserNL: praalhansNL: praatjesmakersNL: snoeverNL: snoeversAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: show-off US-spelling: showoff |