pest

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[pɛst]

1) dodelijke infectieziekte - pestilence, plague

zo...als de pest (=in heel hevige mate) - as bad as... zo lelijk als de pest - as ugly as sin

2) deel van de uitdrukking:

de pest aan iemand hebben (=iemand heel onaangenaam vinden) - hate (someone's) guts

3) deel van de uitdrukking:

de pest in hebben (=in een slecht humeur zijn) - be in a pestering mood

4) deel van de uitdrukking:

er geen pest aan vinden (=het heel saai of vervelend vinden) - to think the whole thing is an awful bore

© K Dictionaries Ltd.

de pest	the bubonic plague ; the epidemic ; the pestilence ; the plague
pest	pest ; plague

Bronnen: interglot; mwb; MWB; Download IATE, European Union, 2017.




NL: builenpest
NL: doodklap
NL: ellende
NL: epidemie
NL: hekel
NL: pestilentie
NL: plaag
NL: sterfte

NL: dat is de pest voor ... EN: it plays the deuce with ...
NL: ik heb er de pest aan EN: I hate it like poison
NL: de pest in hebben EN: be in a huff