Vertaal
Naar andere talen: • pannenkoek > DEpannenkoek > ESpannenkoek > FR
Vertalingen pannenkoek NL>EN

de pannenkoek

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈpɑnə(n)kuk]
Verbuigingen:  -en (meerv.)

plat, rond baksel dat meestal met stroop wordt gegeten - pancake
appelpannenkoek - apple pancake

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de pannenkoek (m) the crêpe ; the flapjack ; the pancake
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `pannenkoek`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: flensje
NL: pannekoek
NL: streuf