Vertalingen opblazen NL>EN
opblazen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈɔblazə(n)] |
| Verbuigingen: | blies op (verl.tijd ) heeft opgeblazen (volt.deelw.) |
1) vullen met lucht -
blow up, inflate | ballonnen opblazen - blow up balloons |
2) laten ontploffen -
blast, blow up | een bunker opblazen met explosieven - to blow up a bunker with explosives |
3) (een gebeurtenis) op overdreven manier beschrijven -
exagerate, blow up, inflate | een klein incident enorm opblazen in de pers - to greatly exagerate a small incident in in the press |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| opblazen (ww.) | to blast ; to bloom ; to blooming ; to blow out of proportions ; to blow up ; to exaggerate ; to explode ; to heighten ; to inflate ; to make or let explode ; to overdo ; to upblow |
| het opblazen | the inflation |
| opblazen | blasting ; inflation |
Bronnen: interglot; Vlietstra; Wikipedia; Wakefield genealogy pages; MWB; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `opblazen`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aandikkenNL: doen ontploffenNL: iets overdreven voorstellenNL: laten exploderenNL: opkloppenNL: opschroevenNL: overdreven voorstellenNL: overdrijven
