Vertaal
Vertalingen nationaliteit NL>EN

de nationaliteit

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  [nɑ(t)ʃonaliˈtɛit]
Verbuigingen:  -en (meerv.)

(van een persoon) feit dat je officieel burger bent van een bepaald land - nationality, citizenship
Zij heeft de Nederlandse en de Turkse nationaliteit. - She holds a Dutch and a Turkish citizenship.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de nationaliteit (v) the nationality
nationaliteit citizenship ; nationality
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `nationaliteit`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: staatsburgerschap