Vertalingen klonteren NL>EN
klonteren
werkw.
Uitspraak: | [ˈklɔntərə(n)] |
Verbuigingen: | klonterde (verl.tijd ) heeft geklonterd (volt.deelw.) |
klonten (2) vormen -
curdle, thicken, bind De saus klontert. - The sauce is getting thick. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
klonteren (ww.) | to clot ; to coagulate ; to congeal ; to curdle |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `klonteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: coagulerenNL: schiften