Vertalingen kleur NL>EN
kleur
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [klør] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) uiterlijk kenmerk dat niet de vorm betreft maar de weerkaatsing van licht door het oppervlak -
colour, hue, shade Dit schilderij heeft gele, groene, blauwe en paarse kleuren. - This painting is done in yellow, green, blue and purple hues. roodkleurig - red coloured |
2) kleur van je gezicht -
colour, hue, blush een gezonde kleur hebben - have a healthy blush on (ones's) cheeks |
een kleur krijgen (=een rood gezicht krijgen) - blush
|
van kleur verschieten (=plotseling bleek worden) - pale down / get pale / lose colour
|
3) deel van de uitdrukking: kleur bekennen (=zeggen hoe je over iets denkt) - wave the flag; show one's true colors
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de kleur | the color ; the colour ; the shade ; the tincture ; the tint |
kleur | color stimulus ; colour ; colour stimulus ; colouration ; complexion ; dye ; emblem ; lively colour ; red ; shade ; warm colour |
Bronnen: Vlietstra; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `kleur`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blosNL: gezindheidNL: kleurtjeNL: nuanceNL: tintNL: toonAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: colour US-spelling: color |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: kleur bekennen
EN: follow suit, (figuurlijk) come out into the open, show one's coloursNL: Iemand
kleur doen bekennen
EN: force a person into the openNL: een
kleur krijgen
EN: colour, blushNL: van
kleur verschieten
EN: change colourNL: kleur verzaken
EN: revoke