keus

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[køs]
Verbuigingen:	keuzen, keuzes (meerv.)

1) keer dat je kiest (1) - choice, option

Het is moeilijk een keus te maken uit al die aantrekkelijke gerechten. - It is difficult to make a choice out of all these seriously interesting dishes.

2) aanbod waaruit je kunt kiezen (1) - selection, choice

Aan het begin van een seizoen is er nog veel keus aan kleding. - There is always a large selection of clothes in the beginning of the season.

© K Dictionaries Ltd.

de keus	the choice
keus	alternative ; election ; option

Bronnen: mwb; Wakefield genealogy pages




NL: keuze
NL: keuzemogelijkheid
NL: optie
NL: variëteit

NL: een ruime keus EN: a large assortment, a wide choice EN: (recht tot kiezen) choice, option
NL: er blijft mij geen andere keus over EN: there is no alternative left to me EN: I have no option
NL: een keus doen EN: make a choice
NL: Iemand de keus laten EN: leave a person the choice
NL: de keus vestigen op EN: fix upon
NL: naar keus EN: at choice
NL: vakken naar keuze EN: optional subjects
NL: ter keuze van EN: at the option of
NL: uit vrije keus EN: of one's own free will
NL: Iemand voor de keus stellen EN: put a person to the choice