Vertalingen import NL>EN
de import
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈɪmpɔrt] |
| Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) het invoeren van buitenlandse goederen in je eigen land -
import | de import van sinaasappels - import of oranges |
2) bewoners van je dorp of stad die ergens anders vandaan komen -
immigrants, foreigners | In deze wijk woont allemaal import. - The inhabitants of this neighborhood all come from somewhere else. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de import (m) | the import ; the imports |
| import | importation ; importations ; imports |
Bronnen: interglot; Vlietstra; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `import`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: invoer