Vertalingen huis NL>EN
het huis
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [hœys] |
Verbuigingen: | huizen (meerv.) |
gebouw om in te wonen -
home, house, housing na een logeerpartij weer naar huis gaan - go back home after a sleep-over party |
van huis uit (=vanuit je opvoeding) - from childhood
Van huis uit ben in katholiek, maar ik ga nooit naar de kerk. - I come from a Catholic family, but I never go to church.
|
nog verder van huis zijn (=nog grotere problemen krijgen) - be even further away from the truth
|
huis van bewaring (=gevangenis) - prison, jail
|
Ieder huisje heeft zijn kruisje. (=iedereen heeft zo zijn moeilijkheden) - Every house is marked. / Everybody got their quirks.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het huis | the residence ; the premises ; the housing ; the house ; the home ; the casing ; the building ; the base |
huis | housing ; stand ; body ; frame ; fan cowl ; family ; die holding block ; cylinder ; cavity retainer ; casing ; case |
Bronnen: interglot; Vlietstra; mwb; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `huis`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dynastieNL: firmaNL: kribbeNL: omhulselNL: onderdakNL: oordNL: optrekjeNL: pandNL: perceelNL: residentieAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `show house / home` In US-Engels gebruikt men `model home` |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: heer (vrouw) des huizes
EN: master (mistress) of the houseNL: huis en erf
EN: premisesNL: huis en haard
EN: hearth and homeNL: huis van bewaring
EN: house of detentionNL: huizen zien
EN: be house-huntingNL: hij sprong huizen hoog van vreugde
EN: he nearly jumped out of his skin with joyNL: huis aan
huis bezorgen
EN: distribute from house to houseNL: bij iemand aan
huis komen
EN: visit a personNL: in
huis zijn bij
EN: live withNL: in
huis nemen
EN: take in EN: er is geen melk in huis,...in the houseNL: langs de huizen gaan
EN: go from house to houseNL: naar
huis
EN: homeNL: uit 't
huis zetten
EN: evictNL: van
huis gaan
EN: leave homeNL: van
huis uit
EN: originallyNL: van goeden huize
EN: of a good familyNL: dan ben je nog verder van
huis
EN: then you are even worse off