Vertalingen hork NL>EN
de hork (m) | the asshole ; the boor ; the churl ; the clumsy fellow ; the dirty bastard ; the hulk ; the ill-mannered brute ; the lout ; the prole ; the slob ; the son-of-a-bitch ; the swine |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `hork`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: boerenlulNL: harkNL: kinkNL: kinkelNL: lomperdNL: lummelNL: proleetNL: vlegNL: vlegelAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: arsehole US-spelling: asshole |