Vertalingen heerser NL>EN
de heerser (m) | the gent ; the king ; the lord ; the master ; the mister ; the monarch ; the ruler |
Bronnen: interglot; mwb
Voorbeeldzinnen met `heerser`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: despootNL: heerNL: koningNL: machthebberNL: monarchNL: soevereinNL: vorst