Vertalingen haat NL>EN
de haat
zelfst.naamw. (m.)
gevoel van vijandschap jegens iets of iemand -
hate, hatred Sinds die verschrikkelijke ervaring koester ik diepe haat jegens hem. - Since that auwful experience I got nothning but hatred towards him. |
haat en nijd (=grote onenigheid) - always be in conflict, fight over everything
Het is altijd haat en nijd tussen die twee. - These two got nothing but hatred and malice for each other.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de haat (m) | the enmity ; the hate ; the hatred ; the intolerance |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `haat`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afgunstNL: afkeerUitdrukkingen en gezegdes
NL: haat en nijd
EN: rancour