de dief

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[dif]
Verbuigingen:	dieven (meerv.)

de dievegge

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[diˈvɛxə]
Verbuigingen:	-s (meerv.)

iemand die steelt - thief
© K Dictionaries Ltd.

de dief (m)	the burglar ; the cat burglar ; the cracksman ; the housebreaker ; the robber ; the sneak-thief ; the thief
DIEF (Afkorting)	DEHP (Afkorting) ; diethylhexyl phthalate
dief	side shoot ; sucker

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.




NL: bandiet
NL: binnendringer
NL: geveltoerist
NL: inbreker
NL: ladelichter
NL: marter
NL: rover

NL: houdt de dief! EN: stop thief!
NL: wie eens steelt, is altijd een dief EN: once a thief, always a thief
NL: het is dief en diefjesmaat EN: dog does not eat dog