Vertalingen denderen NL>EN
denderen
werkw.
Uitspraak: | [dɛnderə(n)] |
Verbuigingen: | denderde (verl.tijd ) heeft gedenderd (volt.deelw.) |
hard en met veel lawaai rijden -
roar, thunder, rumble De bus denderde door de straat. - The bus rumbled down the street. Elk kwartier dendert een sneltrein langs ons huis. - Every quarter of an hour there is a train thundering along our house. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
denderen (ww.) | to booming ; to dash ; to rattle ; to rumble ; to thunder |
denderen | make a noise |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `denderen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: daverenNL: dreunenNL: razen