Vertalingen den NL>EN
de den
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [dɛn] |
| Verbuigingen: | -nen (meerv.) |
boom met naalden die het hele jaar groen is -
pine (-tree) een den is een naaldboom - a pine-tree is a conifer dennenboom - pine-tree |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| den (ww.) | to outran ; to repaid |
| de den (m) | the fir tree ; the pine tree |
| den | pine ; pine-tree ; pino |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Wakefield genealogy pages; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `den`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dennenboomNL: mastboom