burgerlijk

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ˈbʏrxə(r)lək]

1) met betrekking tot de burger - civil

het burgerlijk recht - civil right

burgerlijk huwelijk (=huwelijk voor de wet) - civil marriage

bureau van de burgerlijke stand (=afdeling op het gemeentehuis waar je allerlei zaken moet melden, zoals geboorte, overlijden, huwelijk, verhuizing.) - register office / registry office

2) bekrompen - small-minded, timid
© K Dictionaries Ltd.

burgerlijk

like a narrow minded man ; small-town ; provincial ; petty-bourgeois ; petty ; parochial ; narrow-mindedness ; narrow minded ; lower-middle-class ; cramped ; confined ; bourgeois ; a small voice ; non-military ; middleclass ; middle-class ; civilian ; civil

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages




NL: behoudend
NL: benepen
NL: bourgeois
NL: burgermannetjesachtig
NL: civiel
NL: kleingeestig
NL: kneuterig
NL: niet-kerkelijk

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: non-military US-spelling: nonmilitary

NL: burgerlijk ambtenaar EN: civil servant EN: burgerlijke beleefdheid, common politeness
NL: burgerlijk leven EN: civil life
NL: burgerlijk recht EN: civil law
NL: burgerlijke stand EN: registration service, registrar's office
NL: burgerlijk wetboek EN: civil code