Vertaal
Naar andere talen: • bezeren > DEbezeren > ESbezeren > FR
Vertalingen bezeren NL>EN

bezeren

werkw.
Uitspraak:  [bəˈzerə(n)]
Verbuigingen:  bezeerde (verl.tijd ) heeft bezeerd (volt.deelw.)

pijn doen - hurt, bruise
zich aan de tafelpunt bezeren - get a bruise by banging against the table
zijn knie bezeren - hurt his knee

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bezeren (ww.)to bruise ; to hurt ; to injure ; to wound
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `bezeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: blesseren
NL: kwetsen
NL: schaden
NL: verwonden