Vertalingen beuken NL>EN
beuken
werkw.
Uitspraak: | [ˈbøkə(n)] |
Verbuigingen: | beukte (verl.tijd ) heeft gebeukt (volt.deelw.) |
hard stoten -
beat, pound, lash De golven beuken op de pier. - The waves beat against the jetty. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
beuken (ww.) | to batter ; to dash |
beuken | beech ; beech wooden ; beechen ; pound ; thrash |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `beuken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: batsenNL: beukehoutenNL: bonkenNL: dreunNL: mokerenNL: rammenNL: slaanNL: slag