begeven

werkw.

Uitspraak:	[bəˈxevə(n)]
Verbuigingen:	begaf (verl.tijd ) heeft begeven (volt.deelw.)

deel van de uitdrukking:

de brug begaf het (=de brug is kapot gegaan) - the bridge collapsed

© K Dictionaries Ltd.

begeven (ww.)

to break down ; to give way ; to go to pieces

Bron: interglot




NL: bezwijken
NL: flippen
NL: gaan naar
NL: verlaten

Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `give way ` In US-Engels gebruikt men `yield`

NL: zijn krachten begaven hem EN: his strength gave way (failed)
NL: zijn moed begaf hem EN: his heart sank
NL: zich begeven naar EN: go, make one's way to
NL: zich begeven EN: (naar huis) go home EN: (in 't huwelijk) marry EN: (in speculaties) engage in speculations
NL: zich onder het volk begeven EN: mix with the people