Vertalingen afstraffen NL>EN
afstraffen (ww.) | to castigate ; to chasten ; to chastise ; to punish |
afstraffen | correct |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `afstraffen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bestraffenNL: straffenNL: uitfoeteren