Vertalingen afschuw NL>EN
de afschuw
zelfst.naamw. (m.)
hevige afkeer -
abhorrence, repugnance, horror afschuw hebben van slangen - have a fear of snakes Die oorlogsbeelden wekken afschuw. - These war images arouse horror. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de afschuw | the disgust ; the horror ; the loathing |
afschuw | abhorrence ; abomination |
Bronnen: Trueterm; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `afschuw`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afgrijzenNL: walging