Vertalingen afrossen NL>EN
afrossen (ww.) | to beat up ; to castigate ; to drub ; to flog ; to rack ; to trash ; to trounce ; to whack ; to whip |
het afrossen | the lash ; the lashing ; the trashing ; the whipping |
afrossen | curry ; thresh |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `afrossen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdrogenNL: aframmelenNL: afranselenNL: afranselingNL: aftuigenNL: in elkaar rammenNL: in elkaar timmerenNL: roskammenNL: toetakelenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; `trash` wordt wel in US-Engels gebruikt maar niet of zelden in UK-Engels. In US-Engels gebruikt men `trash` |