Vertalingen afgang NL>EN
afgang (ww.) | to bank ; to disgrace ; to flop ; to incline ; to slope |
de afgang (m) | the defeat ; the fall-through ; the fiasco ; the let down ; the talus |
afgang | failure ; taking-off place |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afgang`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bermNL: blamageNL: deconfitureNL: dijkhellingNL: echecNL: fiascoNL: flopNL: glooiingNL: hellingNL: kakUitdrukkingen en gezegdes
NL: wat een
afgang
EN: what a come-downNL: hij ging geweldig af
EN: he was made to look extremely silly