Vertalingen afblazen NL>EN
afblazen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑvblazə(n)] |
Verbuigingen: | blies af (verl.tijd ) heeft afgeblazen (volt.deelw.) |
1) beslissen dat iets niet doorgaat -
abandon, call off, cancel een tuinfeest afblazen wegens de regen - cancel a garden party because of the rain |
2) deel van de uitdrukking: stoom afblazen (=je emoties uitspreken) - let off steam; tell it all
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afblazen (ww.) | to abandon ; to blow clean ; to blow off ; to cancel ; to desist ; to eject by air ; to hold up ; to postpone |
afblazen | bail-off(function) ; blow ; blowing ; drain ; to blow down ; to de-sludge ; venting |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afblazen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: affluitenNL: afgelastenNL: afzeggenNL: wegblazen