de winst

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[wɪnst]
Verbuigingen:	-en (meerv.)

1) geld dat je overhoudt als je van de opbrengst de kosten aftrekt - gain, profit, secure

iets met winst verkopen - sell something with profit netto winst - netto profits

Tel uit je winst! (=dat is goed verdiend!) - sit back and count your profits; easy money

2) voordeel - win, gain, pull

stemmenwinst - electoral gain

© K Dictionaries Ltd.

de winst (v)	the economy ; the yield ; the winning ; the victory ; the take ; the return ; the profit ; the output ; the gain ; the earnings ; the benefit ; the advantage
de winst	gains (mv.)
winst	absolute gain ; winnings ; profit ; net profit ; isotropic gain

Bronnen: interglot; mwb; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm




NL: baat
NL: gewin
NL: overwinning
NL: profijt

Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `give way ` In US-Engels gebruikt men `yield`

NL: de volle winst binnenhalen EN: gain a clean victory
NL: winst maken EN: make a profit (on)
NL: winst opleveren EN: yield a profit
NL: winst slaan uit EN: cash in on, profit by