I het weinig

zelfst.naamw.

Uitspraak:

['wɛinəx]

deel van de uitdrukking:

een weinig (=een beetje) - a little bit, just a bit, just a little Klop het eiwit stijf met een snuifje zout en een weinig suiker. - Beat the egg whites until stiff with a pinch of salt and a little sugar.

II weinig

bijwoord

Uitspraak:

['wɛinəx]

1) niet veel, bijna niet of niet - very little, not much

Ik slaap weinig. - I get little sleep. Ik vind het weinig origineel. - I don't think it's so original.

2) niet vaak - little, not often

Hij is weinig thuis. - He spends little time at home.

III weinig

telwoord

Uitspraak:

['wɛinəx]

een klein aantal of een kleine hoeveelheid - little, few

Er was weinig belangstelling voor zijn nieuwe film. - There was little interest for his new film. Er zijn weinig mensen. - There were a few people.

© K Dictionaries Ltd.

weinig

few ; infinitesimal ; insignificant ; little ; minimal ; minor ; not a lot ; not many ; not much ; scant ; slight ; small

Bron: interglot




NL: beetje
NL: enigszins
NL: gering
NL: haar
NL: karig
NL: krap
NL: luttel
NL: min
NL: minder
NL: miniem

NL: weinig maar uit een goed hart EN: little but with a good heart
NL: het weinige dat hij zag EN: the little that he saw
NL: er is er een te weinig EN: there is one short
NL: ik heb er drie te weinig EN: I am three short
NL: weinig bekend EN: little known
NL: slechts weinig ouder EN: only a little older
NL: niet weinig boos EN: not a little angry
NL: niet weinigen EN: not a few
NL: weinig ridderlijk EN: hardly (not very) chivalrous