de verwachting

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[vər'wɑxtɪŋ]
Verbuigingen:	-en (meerv.)

datgene wat of keer dat je verwacht - expectation, anticipation, hope

weersverwachting - weather forecast De verwachting is dat het werk morgen klaar is. - Hopefully the work is going to be finished tomorrow.

naar verwachting (=waarschijnlijk) - according to expectations

tegen de verwachting in (=anders dan verwacht) - as opposed to expectations

boven verwachting presteren (=beter presteren dan verwacht) - do better than expected

hoge verwachtingen van iets of iemand hebben (=geloven dat iets of iemand het zeer goed zal doen) - have high expectations

aan de verwachtingen beantwoorden (=zo zijn of handelen als verwacht) - be up to par; come up to expectations

vol verwachting (=hoopvol) - expectant, hopeful

in verwachting (=zwanger) - expectant

© K Dictionaries Ltd.

de verwachting (v)	the anticipation ; the costume ; the dress ; the expectation ; the hope ; the looking forward to ; the outlook ; the pregnancy ; the prospect ; the wear
de verwachting	the forecast
verwachting	forecast ; prognosis ; weather prediction

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.




NL: afwachting
NL: dracht
NL: hoop
NL: zwangerschap

NL: vol verwachting toezien EN: look on expectantly
NL: hij spande zijn verwachtingen te hoog EN: he put his expectations too high
NL: aan de verwachting beantwoorden EN: come up to expectations
NL: dat blijft beneden mijn verwachtingen EN: that falls short of my expectations
NL: boven verwachting EN: beyond expectation
NL: buiten verwachting EN: contrary to expectation
NL: zij is in blijde verwachting EN: she is in the family way
NL: in gespannen verwachting EN: with tense expectation
NL: tegen de verwachting in EN: against expectation