Vertalingen uitslapen NL>EN
uitslapen
werkw.
Uitspraak: | [ˈœytslapə(n)] |
Verbuigingen: | sliep uit (verl.tijd ) heeft uitgeslapen (volt.deelw.) |
's morgens langer blijven slapen dan gewoonlijk -
sleep late Op zondag en in de vakantie slaap ik altijd uit. - I always sleep late on Sundays and on days off. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
uitslapen (ww.) | to have a long lie in ; to lie-in ; to sleep in ; to sleep late |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `uitslapen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: luilakken