Vertalingen tegenvaller NL>EN
de tegenvaller
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈtexə(n)vɑlər] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
ding dat, gebeurtenis die tegenvalt -
disappointment, letdown, bummer Dat de vakantie niet doorging, was een grote tegenvaller - That the vacation fell through was a big bummer. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de tegenvaller (m) | the blow ; the comedown ; the disappointment ; the letdown ; the mishap |
tegenvaller | bad luck |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `tegenvaller`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blindgangerNL: deceptieNL: desillusieNL: fiascoNL: flopNL: mislukkelingNL: mislukkingNL: misrekeningNL: misslagNL: slag