Vertalingen teen NL>EN
de teen
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ten] |
Verbuigingen: | tenen (meerv.) |
1) elk van de vijf beweegbare uitsteeksels aan een voet waaraan een nagel groeit -
digit, toe je grote teen - one's big toe je kleine teen - one's small/pinky toe |
makkelijk op je teentjes getrapt zijn (=snel beledigd zijn) - be quick to take offence
|
lange tenen hebben (=snel beledigd zijn) - be quick to take offence, be touchy
|
op je tenen lopen (=erg je best doen) - push oneself to the limit
|
iets met gekromde tenen aanzien (=iets zien waarvoor je je schaamt of wat je vervelend vindt) - be highly embarrassed
|
een gevoel dat uit je tenen komt (=iets wat je heel sterk voelt) - gut-feeling
|
2) deel van een bol knoflook -
clove 3) hele dunne, buigzame tak van bijvoorbeeld een wilg -
osier, wicker © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de teen (m) | the big toe ; the digit ; the toe |
teen | digitus pedis ; toe |
Bronnen: interglot; MWB; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `teen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: neusNL: takNL: tenenNL: twijgUitdrukkingen en gezegdes
NL: op de tenen
EN: on tiptoeNL: hij is gauw op zijn tenen getrapt
EN: he is easily offended