Vertalingen steen NL>EN
de steen
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [sten] |
Verbuigingen: | stenen (meerv.) |
1) stuk van heel hard materiaal -
stone, brick, gravel Er liggen veel stenen op de weg die van de berg losgeraakt zijn. - There is a lot of gravel tearing loose from the mountain and rolling onto the road. |
je steentje bijdragen aan (=meewerken aan (iets)) - chip in; put one's share in
|
2) onderdeel bij bepaalde spellen -
piece, dice dominosteen - domino damsteen - checker piece |
3) deel van de uitdrukking: steen en been klagen (=aldoor erg klagen) - complain bitterly
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de steen (m) | the stones ; the stone ; the rock formation ; the rock ; the brick ; the boulder |
steen | rock ; wheel ; stone ; brick ; nugget ; jewel ; imposing surface ; gem ; gallstone ; die ; cancelmatter ; calculus |
Bronnen: interglot; mwb; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra; MWB; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `steen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: baksteenNL: edelsteenNL: gesteenteNL: keiNL: rolstNL: rolsteenUitdrukkingen en gezegdes
NL: steen des aanstoots
EN: stone of offenceNL: steen der wijzen
EN: philosopher's stoneNL: de eerste
steen leggen
EN: lay te first stoneNL: steen en been klagen
EN: complain bitterly EN: (pop.) belly-acheNL: al gaat de onderste
steen boven
EN: come what may