I stof

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[stɔf]
Verbuigingen:	-fen (meerv.)

1) materiaal van draden om kleren, gordijnen e.d. van te maken - fabric

stoffenwinkel - fabric store / draper's shop

2) materie waaruit iets bestaat - substance, material, fabric

het vervoer van gevaarlijke stoffen - transportation of hazardous substances vloeistof - liquid

3) informatie die je tot je neemt - subject matter, material, contents

Dit is verplichte stof voor het examen - This is required material for the examination. gespreksstof - subject of conversation

lang van stof zijn (=lang en uitgebreid over iets praten) - be long-winded

II het stof

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[stɔf]

neergevallen los vuil - dust, dirt

Als je niet regelmatig schoonmaakt zit alles onder het stof. - If you don't clean regularly, everything acquires a layer of dust.

in het stof bijten (=verliezen) - bite the dust

veel stof doen opwaaien (=opschudding veroorzaken) - raise some dust; make noise

© K Dictionaries Ltd.

de stof	the stuff ; the matter ; the material ; the fabric ; the dust particles ; the dust ; the cloth
stof	theme ; topic ; chemical substance ; substance ; subject-matter ; subject ; powder ; fluff ; dusts ; dust

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra




NL: het stoffelijke
NL: leerstof
NL: materie
NL: poeder
NL: stofdeeltjes
NL: substantie
NL: textiel

NL: lang van stof EN: long-winded
NL: kort van stof EN: short-tempered
NL: stof afnemen EN: dust (a room)
NL: stof opjagen EN: raise a dust
NL: in 't stof bijten EN: bite the dust
NL: onder 't stof zitten EN: be covered with dust
NL: tot stof vergaan EN: crumble into dust