Vertalingen schaven NL>EN
I schaven
werkw.
| Uitspraak: | [ˈsxavə(n)] |
| Verbuigingen: | schaafde (verl.tijd ) heeft geschaafd (volt.deelw.) |
met een schaaf dunner, vlakker of gladder maken -
scrape, plane, shave II zich schaven
reflexief werkw.
| Uitspraak: | [ˈsxavə(n)] |
| Verbuigingen: | schaafde zich (verl.tijd ) heeft zich geschaafd (volt.deelw.) |
je huid beschadigen door ergens langs te schuren -
graze, injure | Toen ik viel, schaafde ik mijn knie. - When I fell, I grazed my knee. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| schaven (ww.) | to abrade ; to chafe ; to grate ; to plane ; to scrape ; to smooth |
| schaven | long planing ; planing ; shaping ; to plane |
Bronnen: Wakefield genealogy pages; Tecdic.com; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `schaven`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bijschavenNL: ontvellenNL: raspenNL: schurenNL: slijten