Vertalingen schaatsen NL>EN
schaatsen
werkw.
Uitspraak: | [ˈsxatsə(n)] |
Verbuigingen: | schaatste (verl.tijd ) heeft geschaatst (volt.deelw.) |
je met schaatsen voortbewegen over ijs -
ice-skate, skate kunstschaatsen - figure skating de 5.000 meter schaatsen - do the 5.000 meter race |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
schaatsen (ww.) | to skate |
het schaatsen | the skates |
schaatsen | ice-skate ; skating |
Bronnen: interglot; MWB
Voorbeeldzinnen met `schaatsen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: doorlopersNL: rijdenNL: schaatsenrijdenNL: wintersport