de ruzie

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[ˈryzi]
Verbuigingen:	-s (meerv.)

toestand waarin mensen boos op elkaar zijn en vervelend tegen elkaar doen - quarrel, row, fight

ruzie maken - have a fight hooglopende ruzie - a violent quarrel burenruzie - neighbours' quarrel

© K Dictionaries Ltd.

ruzie (ww.)	to wrangle
de ruzie	the argument ; the dispute ; the quarrel ; the row

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages




NL: bonje
NL: botsing
NL: conflict
NL: debat
NL: dispuut
NL: geschil
NL: gevecht
NL: heibel
NL: hommeles
NL: kwestie

Let op; `row` wordt wel in UK-Engels gebruikt maar niet of zelden in US-Engels. In UK-Engels gebruikt men `row`

NL: met iemand ruzie hebben (maken) over iets EN: quarrel with a person about s.th.
NL: ruzie krijgen EN: fall out
NL: ruzie zoeken EN: pick a quarrel