het Rijk

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[rɛik]

overheid - state, government

Dat is een zaak tussen de gemeenten en het Rijk. - That's a question to be decided by the municipalities and the State.

© K Dictionaries Ltd.

het rijk	the realm
rijk	well-off ; well-of ; wealthy ; state ; nation ; monied ; moneyed ; kingdom ; empire ; country ; well-to-do ; abundant ; well-heeled ; State ; robust ; rich ; Reich ; profuse ; plentiful ; kingdom ; copious ; affluent

Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Trueterm; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.




NL: abundant
NL: bemiddeld
NL: gebied
NL: gefortuneerd
NL: kostbaar
NL: land
NL: mollig
NL: natie
NL: overdadig
NL: overheid

NL: het Britse rijk EN: the British Empire
NL: het rijk der fantasie EN: the realm of fancy
NL: het behoort tot het rijk der mogelijkheden EN: it is within the bounds of possibility
NL: het rijk der letteren EN: the republic of letters
NL: zijn rijk is uit EN: his rule is over
NL: ze hadden 't rijk alleen EN: they had the place all to themselves
NL: rijke oogst EN: a bumper crop
NL: ik ben geen auto rijk EN: I do not possess a car
NL: rijk aan EN: rich in
NL: de koning te rijk zijn EN: be as happy as a king